Probus in een Notendop

Samengesteld door de Stichting Probus Nederland Informatie Centrum

Vierde druk, juni 2010

Inhoud

Pag. 3. Inhoud
Pag. 4. Voorwoord
Pag. 5. Probus Nederland
Pag. 6, 7 Korte historie en andere achtergronden
Pag. 8. Doelstelling
Pag. 9. Het oprichten van nieuwe Probusclubs
Pag. 10 De leden
Pag. 11 Nieuwe leden
Pag. 12 Verhuizers
Pag. 13 Inleidingen / Inbreng van eigen leden en anderen
Pag. 14, 15 Aansprakelijkheid bestuur Probusclubs
Pag. 15 Verzekeringen
Pag. 16 De Probus Winkel

4. Voorwoord

‘Probus in een Notendop’ is bestemd voor alle Probusclubs, aangesloten bij Probus Nederland. Uit de vele nabestellingen blijkt dat dit gewaardeerd wordt. De clubs gebruiken het als naslagwerk en reiken het boekje bijvoorbeeld ook uit aan nieuwe leden.
Wij weten dat we hiermee de clubs een goede dienst bewijzen, omdat zij zo in kort bestek kennis kunnen nemen van de geschiedenis, de doelstelling, de gang van zaken bij de oprichting van nieuwe clubs of het werven van nieuwe leden, en andere belangrijke uitgangspunten van Probus Nederland.
Vanzelfsprekend kunt u via onze website uitgebreider met ons in contact komen. U kunt daar ook terecht voor het stellen van vragen. Gebruikmakend van onze kennis en ervaring zoeken we samen met u daarop antwoorden, die u of misschien ook ons allen aangaan.

Het bestuur van de Stichting
Probus Nederland Informatie Centrum

5. Probus Nederland

Het bestuur bevordert de realisatie van de doelstelling (zie pagina 8) bij nieuwe clubs en ziet toe op de handhaving ervan bij al bestaande clubs. Probus Nederland treedt voor de clubs dienstverlenend en coördinerend op en, indien gewenst, ook bemiddelend. Zij is behulpzaam bij het oprichten van nieuwe clubs en verleent, na toetsing van opzet en werkwijze aan de doelstelling, het Certificaat van Erkenning. Zo wordt bereikt dat alle Probusclubs, met behoud van autonomie en eigen sfeer, een gemeenschappelijk doel hebben en dezelfde uitgangspunten hanteren.
Ter versterking hiervan brengt Probus Nederland een jaarverslag van de secretaris en een financieel verslag van de penningmeester uit. Incidenteel wordt een Nieuwsbrief gemaakt met interessante artikelen die ter illustratie dienen van wat er bij de clubs en Probus Nederland leeft. Het is de bedoeling dit communicatiemiddel in de toekomst nog meer interactief te gaan gebruiken.
De website is geactualiseerd en geoptimaliseerd. Sinds februari 2010 staat de clubadministratie, beveiligd met wachtwoorden, ook online. Alle clubsecretarissen kunnen daar zelf hun actuele bestuurswijzigingen aanbrengen. Het bestuur van Probus Nederland maakt er voor haar mailings gebruik van. Regelmatig krijgen de clubsecretarissen bijvoorbeeld een overzicht van alle Nederlandse clubs. Hierin zijn onder meer de namen en adressen van alle secretarissen opgenomen. Zo kunnen clubs regionale bijeenkomsten organiseren of individuele bezoekjes brengen. Deze activiteiten vindt Probus Nederland van belang ter uitwisseling van ervaringen en sprekers; bovendien bevordert dit de onderlinge samenhang. Ook kan de adreslijst van belang zijn voor verhuizende Probusleden. Twijfelt u aan de actualiteit van de gegevens dan kunt u bij het landelijk secretariaat een specifiek overzicht opvragen.
Alle adreslijsten zijn uitsluitend voor intern gebruik en mogen dus niet buiten Probus gebruikt worden. Probus Nederland organiseert om de twee à drie jaar een Nationale Probusdag. Hiervoor krijgen vertegenwoordigers van de clubs een uitnodiging. Allen bespreken hier de nieuwste ontwikkelingen en nemen zo nodig besluiten.
Waar wenselijk onderhoudt Probus Nederland contacten met buitenlandse zusterorganisaties.

6/7. Korte historie en andere achtergronden

Ontstaan in Engeland
De eerste Probusclub is in 1965 opgericht in Engeland, in Welwyn Garden City. Initiatiefnemers waren enkele Rotarians die constateerden dat gepensioneerde forenzen, die geen lid waren van een serviceclub, dreigden te vereenzamen. In hun woonplaats hadden die forenzen immers weinig sociale contacten kunnen opbouwen. Na een oproep werd ‘The Campus Club’ gevormd om samen te lunchen met aansluitend een voordracht van één van de leden.Een jaar later wordt in Caterham (ook door de plaatselijke Rotary) een tweede club opgericht. Zij gebruiken als eerste de naam Probus als afkorting van Retired Professional and Businessmen (dat ‘men’ is uiteraard bedoeld als ‘mensen’). De club van Welwyn Garden City nam de naam Probusclub over.
Het enthousiasme van de eerste Probusclubs trok de aandacht van veel Rotaryclubs in de omgeving en dit leidde in heel Engeland tot initiatieven om Probusclubs te begeleiden.

Nederland
Tijdens een ontmoeting in 1976, van de heer Herwig van een Delftse Rotaryclub met de Engelse Rotaryclub van Chistlehurst, kwam een eerder in Delft gehouden symposium over vereenzaming ter sprake. Dit symposium was door de Delftse Rotaryclubs georganiseerd. De Engelse manier om eenzaamheid te voorkomen sprak de heer Herwigaan. Het idee ontstond om naar Engels voorbeeld een Nederlandse Probusclub op te richten en er volgde een oproep in het Rotarymaandblad om dit actief te stimuleren.
Drie Rotarians van Delft-Vrijthof, de heren H.W. Herwig, Y. Roosjes en H. Vos, zetten zich hiervoor in. De leden, die werden benaderd voor de lunchclub in oprichting waren 55 jaar of ouder en (nagenoeg) postactief. Voorwaarde was dat ze wilden samenkomen op een vaste plaats en op een vast tijdstip. Op 3 november 1977 was Probusclub Delft, met 25 leden, een feit.
Dit initiatief leidde in 1978 al tot 10 clubs en in 1987 waren er 100 Nederlandse clubs.
In 1991 werd de 200 bereikt. Nu zijn er verspreid over het land bijna 400 Probusclubs met ruim 11.000 leden. Hoewel de meeste clubs in het begin werden opgericht als herenclub, verscheen in 1978 de eerste gemengde club (Woerden).

Organisatie
De populariteit van Probusclubs in Nederland steeg snel en al gauw werd besloten tot enige vorm van coördinatie op landelijk niveau. De autonomie van de individuele Probusclubs bleef uitgangspunt. Wel was er behoefte aan informatie. Dit leidde tot de vorming van een zogenaamde Probusbrievenbus. Eerst werd deze brievenbusfunctie nog vervuld door de Probusclub Delft, maar na drie jaar nam de club van Aalsmeer/Uithoorn dit over. Vanaf 1986 ging de Probusclub Ede dit doen. Ondertussen was het aantal clubs gestegen tot meer dan 100. De vraag rees of de gekozen vorm nog wel voldeed. Alle Probusclubs werden door het bestuur, onder voorzitterschap van Prof. Dr. K. Rijsdorp, uitgenodigd om dit in Amersfoort te bespreken op 16 december 1986. Op deze eerste landelijke bijeenkomst werd overeengekomen om voor alle Probusclubs één landelijke doelstelling te formuleren en, ter bevordering van de herkenbaarheid, deze doelstelling in het Huishoudelijk Reglement van de Probusclubs op te nemen. Ook werd het idee geboren om een ‘Certificaat van Erkenning’ uit te reiken aan bestaande en toekomstige clubs, mits deze clubs de doelstelling onderschreven. Initiatieven voor nieuwe, autonome, clubs moesten gestimuleerd worden. Er werden afspraken gemaakt over samenstelling, taak en werkwijze van de Probusbrievenbus, die inmiddels Info-Centrum werd genoemd.
Op de tweede landelijke dag in 1989 werd besloten over te gaan tot de vorming van de ‘Stichting Probus Nederland Informatie Centrum’, kortweg Probus Nederland.
In 1990 werd de stichting bij de Gelderse Kamer van Koophandel ingeschreven onder nummer 41051052.
Samen met Probus België is naam en beeldmerk in de Benelux geregistreerd en daarmee beschermd.

Probus Nederland heeft sinds medio 2003 een website: www.probus-nederland.nl

Wereldwijd
Momenteel vindt men Probusclubs verspreid over alle continenten. In 1971 werd de eerste Probusclub in Ierland opgericht, Bangor Probus Club, ook weer met de hulp van de Rotary Club van Bangor. In 1974 volgde de eerste Probusclub in Nieuw-Zeeland en in 1976 in Australië.
Bij Probus België staan nu ruim 100 clubs ingeschreven. Duitsland heeft 11 clubs met circa 300 leden. Hun website schat dat er wereldwijd 5000 Probusclubs zijn met ongeveer 450.000 leden.

8. Doelstelling

Het bevorderen van saamhorigheid en vriendschap van (geheel of nagenoeg geheel) postactieven die een maatschappelijk verantwoordelijke functie hebben vervuld en die, ieder vanuit een persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke achtergrond, waarde hechten aan het regelmatig ontmoeten van elkaar, waarbij onderlinge hulpvaardigheid, verbreding van kennis en interesse, verruiming van inzicht alsmede ontspanning, bindende elementen vormen.
N.B.
Deze doelstelling is opgenomen in het Certificaat van Erkenning. Om de herkenbaarheid en identiteit van de clubs in Nederland te waarborgen, verdient het aanbeveling deze doelstelling letterlijk over te nemen in het reglement van de club.

9. Het oprichten van nieuwe Probusclubs
In de beginjaren werden alle nieuwe clubs gesponsord door Rotaryclubs. Geleidelijk aan verspreidde de Probusgedachte zich en werden nieuwe clubs meer op initiatief van bestaande Probusclubs opgericht. Nu is dit gebruikelijk.
Heeft men de indruk dat er in eigen omgeving voldoende kandidaten wonen, voor wie in de bestaande Probusclubs geen plaats is, dan kan het initiatief worden genomen tot de oprichting van een nieuwe Probusclub.
Het is wenselijk vervolgens contact op te nemen met de andere al bestaande clubs in de omgeving om al dan niet gezamenlijk te komen tot een initiatief tot oprichting van een nieuwe Probusclub. Probus Nederland kan daarbij helpen met een ‘Oprichtingsprotocol’ en voorbeelden van Huishoudelijk Reglementen. Het Oprichtingsprotocol is ook te vinden op de website. Probus Nederland wordt op de hoogte gebracht van de plannen tot het oprichten van een nieuwe club.

Mentorcommissie
Na het besluit tot oprichting van een nieuwe Probusclub wordt er een Mentorcommissie gevormd, 
bestaande uit drie of vier leden van de club of clubs, die tot oprichting hebben besloten. 
Deze commissie stelt vertrouwelijk een lijst op van potentiële leden afhankelijk van het type club 
(mannelijk/vrouwelijk/gemengd). Uit die lijst worden vier à vijf sleutelfiguren gekozen met wie de 
Mentorcommissie aan de slag gaat.
Daarna benaderen Mentorcommissie en sleutelfiguren de nieuwe kandidaten. Als er ongeveer 10 
(incl. sleutelfiguren) aspirant-leden zijn dan zullen verdere uitnodigingen aan mogelijk nieuwe 
kandidaten eerst het fiat behoeven van de bestaande groep.
Dag, tijd, plaats en frequentie van de bijeenkomsten worden in gezamenlijk overleg vastgesteld.
Bij ongeveer 15 leden wordt een voorlopig bestuur gekozen, dat tenminste bestaat uit 
een voorzitter, secretaris, penningmeester en een programmacommissie. Dit bestuur neemt de leiding 
van de oprichting over van Mentorcommissie en sleutelfiguren. Probus Nederland wordt schriftelijk 
geïnformeerd over de stand van zaken.
Na het invullen en opsturen naar Probus Nederland van aanmeldingsformulier met de adresgegevens van 
de Probusclub i.o., ledenlijst en Huishoudelijk Reglement, kan Probus Nederland, als alles volgens 
de regels is verlopen, het Certificaat van Erkenning verlenen. Dit Certificaat reikt de Mentorclub 
uit op de Installatiebijeenkomst.

Elke Probusclub is, met inachtneming van de doelstelling van Probus Nederland, autonoom.

Oprichtingsprotocol van een nieuwe Probusclub

1. Probus. De naam is een acroniem van Professional and Business.

2. Standaarddoelstelling. “Het bevorderen van saamhorigheid en vriendschap van (geheel of nagenoeg geheel) postactieven die een maatschappelijk verantwoordelijke functie hebben vervuld en die ieder vanuit een persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke achtergrond waarde hechten aan het regelmatig ontmoeten van elkaar. Bindende elementen vormen: onderlinge hulpvaardigheid, verbreding van kennis & interesse, verruiming van inzicht alsmede ontspanning”.

3. Leden. Zij moeten:

  • bij voorkeur uit de plaats of regio van vestiging komen
  • tenminste 55 jaar oud zijn, incidentele uitzonderingen voorbehouden
  • hun actieve loopbaan hebben beëindigd of binnen afzienbare tijd beëindigen
  • een maatschappelijk verantwoordelijke functie hebben vervuld
  • de standaarddoelstelling van Probus onderschrijven.Daarnaast moet de Probusclub:
    – zorgen voor voldoende spreiding van de diverse beroepsachtergronden van de leden
    – geen serviceclub beogen te zijn
    – politieke, levensbeschouwelijke of ideologische elementen geen rol laten spelen bij het functioneren.

4. Initiatief. Een bestaande Probusclub(s), ingeschreven bij Probus Nederland of – incidenteel- een Rotaryclub kan tot oprichting van een nieuwe Probusclub besluiten. Ook is oprichting mogelijk via een initiatief in een plaats waar geen Probusclub is gevestigd. In dat geval dienen de initiatiefnemers (maximaal 5) direct contact op te nemen met Probus Nederland om via hen contact te zoeken met (een) naburige Probusclub(s) die dan op kan of kunnen treden als Mentorclub(s). De Mentorclub dient erop toe te zien dat de initiatiefnemers voldoen aan het gestelde onder punt 3. Het is niet mogelijk een Probusclub op te richten zonder begeleiding vanaf de start door een Mentorclub. Van het initiatief tot oprichting van een nieuwe Probusclub wordt direct melding gemaakt aan de secretaris van Probus Nederland onder vermelding van de Mentorclub(s).

5. Mentorcommissie. Deze commissie, bestaande uit drie of vier leden van de onder punt 4 genoemde Mentorclub(s), wordt ingesteld ter voorbereiding en begeleiding van de nieuwe Probusclub.

6. Lijst potentiële leden. De Mentorcommissie stelt een lijst op van potentiële leden. Deze lijst is vertrouwelijk. Kandidaat-leden dienen hiervan onkundig te blijven tot de uitnodiging.

7. Sleutelfiguren. Vier à vijf ‘sleutelfiguren’ wordt gevraagd lid te worden van de club in oprichting. Zij nemen samen met de Mentorcommissie de verdere uitbouw van de nieuwe club ter hand. De lijst, onder punt 6 genoemd, vullen zij aan met nieuwe namen.

8. Benaderen kandidaten. Mentorcommissie en sleutelfiguren benaderen kandidaten.

9. Eerste groep leden. Als er ongeveer tien aspirant-leden (incl. sleutelfiguren) zijn dan zullen verdere uitnodigingen aan mogelijk nieuwe kandidaten eerst het fiat behoeven van de bestaande groep.

10 Bijeenkomstregeling. Dag, tijd, plaats en frequentie (wekelijks, tweewekelijks of maandelijks) van de bijeenkomsten worden in gezamenlijk overleg vastgesteld. Probus Nederland wordt op de hoogte gesteld van de voortgang en het formulier ‘gegevens van een nieuwe club voor het adressenbestand’ wordt aangevraagd bij Probus Nederland.

11 Bestuur. Bij minimaal 15 leden wordt een (voorlopig) bestuur gekozen, dat tenminste bestaat uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en een programmacommissaris.

12 Het nieuwe bestuur, de Mentorcommissie en de leden van de club stellen gezamenlijk een Huishoudelijk Reglement op. Een Model clubreglement is op te vragen bij de secretaris van Probus Nederland. In het Huishoudelijk Reglement dient de standaarddoelstelling van Probus Nederland (zie punt 2) integraal te worden opgenomen.

13 Leiding nieuwe club i.o. Het (voorlopig) bestuur neemt de leiding van de oprichting over van de Mentorcommissie en de sleutelfiguren.

14 Kennisgeving Probus Nederland. Indien de Probusclub i.o. uit tenminste 15 leden bestaat, stelt het (voorlopig) bestuur Probus Nederland schriftelijk op de hoogte van de stand van zaken en stuurt het volledig ingevulde formulier ‘gegevens van een nieuwe club voor het adressenbestand’, samen met het Huishoudelijk Reglement en de ledenlijst voorzien van geboortedatum en vroeger beroep van de leden, naar de secretaris van Probus Nederland.

15 Het bestuur van Probus Nederland beoordeelt de ingestuurde documenten en neemt contact op met de Mentorclub(s) om te informeren naar het verloop van de begeleiding.

16 Bij een positieve beoordeling door het bestuur van Probus Nederland kan in overleg met de Mentorclub(s) en de secretaris van Probus Nederland een datum voor de installatie worden vastgesteld.

17 Certificaat. Hierna maakt Probus Nederland het Certificaat van Erkenning op en zet de nieuwe club op haar leden- en verzendlijst. De datum van de installatie en de naam van de Mentorclub(s) worden vermeld op het Certificaat. De insignes kunnen worden besteld bij de Probus Winkel: winkel@probus-nederland.nl

18 Installatie. Op de installatiebijeenkomst wordt het Certificaat aan de nieuwe Probusclub uitgereikt door een vertegenwoordiger van de Mentorclub(s). Ook een bestuurslid van Probus Nederland wordt voor deze bijeenkomst uitgenodigd en overhandigt de nieuwe Probusclub de Probus voorzittershamer.

19 De nieuw geïnstalleerde Probusclub mag – voor het opzetten van een eigen clubwebsite- gebruikmaken van een door Probus Nederland ter beschikking gestelde standaardwebsite. Informatie daarover is te verkrijgen bij het bestuurslid ICT-zaken: ict@probus-nederland.nl

20 Een nieuwe club kan na 3 jaar zelf optreden als Mentorclub voor een nieuw op te richten Probusclub.

21 Autonomie. Elke Probusclub is, met in achtneming van de doelstelling van Probus Nederland, autonoom.

Afwijking van het boven beschreven protocol wordt niet toegestaan. Regelmatige berichtgeving over de stand van zaken rond de oprichting van de nieuwe Probusclub is noodzakelijk. Eventuele vragen kunnen worden gesteld aan c.q. ondersteuning kan worden verleend door de secretaris van Probus Nederland.

10. De leden
Het ideale ledental van een Probusclub is ongeveer 30 leden (enquêteresultaten eind 2009: 28 leden). Als de afwezigheid in de loop der jaren gaat toenemen, is het belangrijk dit aantal naar boven aan te passen. Omdat voorkoming van vereenzaming een uitgangspunt is, is het wenselijk kandidaatleden ook onder hen, die zich eenzaam voelen, te zoeken.
Verscheidenheid van beroepsgroepen, sekse en leeftijd moet een streven zijn.
Ongeveer een kwart van alle clubs stelt zich open voor damesleden. Probus Nederland is er een voorstander van, dat nieuwe clubs zoveel mogelijk als gemengde club starten. Een evenwichtige verdeling van het aantal dames en heren is daarbij van belang.
Van alle leden wordt geëist dat ze een maatschappelijk verantwoordelijke functie of positie hebben gehad en ten minste 55 jaar zijn.
Het is goed om partners van overleden leden uit te nodigen voor activiteiten, die gezamenlijk met de partners worden gehouden, bijvoorbeeld excursies.
Onderdeel van onze gezamenlijke doelstelling is het oog hebben voor de problemen van zieke leden of hun partners. Onderlinge hulpvaardigheid is een teken van verbondenheid.

11. Nieuwe leden
Nieuwe leden kunnen uitsluitend op uitnodiging lid worden. Het is daarom van groot belang dat potentiële leden onkundig blijven van hun kandidatuur tot het moment waarop zij worden uitgenodigd. Het aspect vriendschap in de doelstelling brengt met zich mee,dat een voor een lidmaatschap voorgedragen kandidaat-lid alleen lid kan worden als er binnen de betreffende Probusclub geen bezwaar tegen deze persoon is. Zij moeten bij voorkeur woonachtig zijn in de plaats/regio van de Probusclub.
Het vragen en uiteindelijk opnemen van nieuwe leden dienen zeer zorgvuldig plaats te vinden aan de hand van de procedure, die is vastgelegd in het clubreglement.
Om ongewenste stijging van de gemiddelde leeftijd te voorkomen, verdient het aanbeveling jaarlijks twee of meer nieuwe, jongere leden op te nemen.
Meteen vanaf de start van de nieuwe club moeten regelmatig nieuwe leden verwelkomd worden, waarbij gelet moet worden op een evenwichtige spreiding van leeftijden. Zo wordt verstarring voorkomen en blijft de club aantrekkelijk voor jong(er) en oud(er).
Bij het zoeken van kandidaat-leden denken we ook aan ouderen, die zouden kunnen vereenzamen.
Voor het opnemen van ‘verhuizers’ geldt een afzonderlijke regeling (zie volgende pagina).

12. Verhuizers
Het komt uiteraard regelmatig voor dat Probusleden verhuizen en in de nieuwe omgeving graag weer lid worden van een Probusclub.
Het verdient aanbeveling, dat het bestuur van zijn/haar club contact opneemt met het bestuur van een Probusclub in de nieuwe omgeving. Dit als service, om te voorkomen dat het verhuizende lid zichzelf moet aanmelden.
De ontvangende club kan eventueel bestaande leeftijds- en ledentalregels in zo’n geval aanpassen. Het bestuur van Probus Nederland huldigt het standpunt “Eens Probuslid, altijd Probuslid” indachtig onze doelstelling. Dit betekent dat een Probuslid, dat verhuist, moet kunnen worden opgenomen door een Probusclub in de nieuwe woonplaats of de naaste omgeving.
Wel geldt een aantal spelregels waarmee de verhuizer rekening moet houden.
Zo is het belangrijk dat hij/zij zich eerst laat informeren over het aantal en de soort clubs in zijn nieuwe woonomgeving (gemengd, dames- of herenclub). De secretaris van de club waaruit het lid vertrekt kan daarbij behulpzaam zijn.
Als het clublid dat verhuist zijn/haar keuze heeft gemaakt, moet de secretaris van de ‘oude’ club schriftelijk contact opnemen met de secretaris van de ‘nieuwe’ club en het verhuizende lid introduceren bij dat bestuur. Daarna ligt het initiatief bij de nieuwe club om contact op te nemen met de verhuizer en de verdere toelatingsprocedure te bespreken. Zo nodig kan een gesprek van de voorzitter van de nieuwe club met de verhuizer het ijs breken.
Wanneer bovenstaande spelregels met enige coulance worden gehanteerd, moet het mogelijk zijn om het Probus lidmaatschap bij een nieuwe Probusclub voort te zetten.

13. Inleidingen en inbreng van eigen leden en anderen
Eén van de doelstellingen van Probus is het verbreden van kennis en interesse door eigen activiteiten.
Daarom is het van belang om de eigen leden te stimuleren tot het houden van inleidingen.
De inleidingen kunnen zeer gevarieerd zijn:
• Bespreken van actuele, maatschappelijk relevante gebeurtenissen
• Samenvatting van een interessant boek
• Gesprek over een gedane studie of hobby
• Vertellen over eigen ervaringen en kennis uit de eigen actieve periode
• Vijf-minuten praatjes
• Discussie aan de hand van stellingen
• Reisverhalen, niet alleen toeristisch, maar ook met achtergrondinformatie
• Het presenteren van zogenaamde levensberichten.

Ter aanvulling van de presentaties van de eigen leden kunnen gastsprekers (veelal
bekenden van eigen leden) worden uitgenodigd.
Verfrissend is het bijvoorbeeld om kinderen van eigen leden te vragen om over hun werk
te komen praten.

14. Aansprakelijkheid bestuur Probusclubs
Het bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken binnen de club. In principe is de vereniging of stichting aansprakelijk voor de schulden die worden gemaakt. Ook u als bestuurder kunt – naast de vereniging – aansprakelijk worden gesteld bij het niet nakomen van een overeenkomst, bij schade door een handeling of doornalaten van iets wat behoorlijk was geweest. Er zijn twee soorten verenigingen:
A. Een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. Deze wordt ook wel een informele vereniging genoemd en is het meest gebruikelijk.
Kenmerken:
• Statuten of Huishoudelijk Reglement niet opgenomen in notariële akte.
• Geen inschrijving in handelsregister van Kamer van Koophandel (= KvK)
• Alle bestuurders zijn hoofdelijk (d.w.z. ieder persoonlijk) aansprakelijk voor de schulden van de vereniging en kunnen met    hun privévermogen voor de volledige schade worden aangesproken (een schuldeiser kiest dus meestal één kapitaalkrachtige bestuurder uit).

B. Een vereniging met een rechtspersoonlijkheid.
U kunt uw aansprakelijkheid beperken door voor rechtspersoonlijkheid van de vereniging te kiezen. In principe bent ú dan niet meer met uw privévermogen aansprakelijk, omdat u optreedt namens de rechtspersoon. Zo’n vereniging heeft volledige rechtsbevoegdheid.
Kenmerken:
• Statuten opgenomen in notariële akte. Kosten akte verschillen per notaris!
• Inschrijving in handelsregister van KvK
• Geen aansprakelijkheid van bestuurders, tenzij onbehoorlijk bestuur of wanbeleid.

Bij onbehoorlijk bestuur of wanbeleid is het uitgangspunt een collectieve aansprakelijkheid en verwijtbaarheid. Als door de Algemene Ledenvergadering echter het jaarverslag en het gevoerde beleid al is goedgekeurd, geldt die collectieve aansprakelijkheid niet meer, maar nog wel de individuele aansprakelijkheid van de ‘onbehoorlijk’/’wanbeleid’- bestuurder.

Een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid kan dezelfde rechten en verplichtingen aangaan als iedere burger, dus bijv. onroerend goed en schenkingen verkrijgen en ook erven. Voor het laatste moet – om geen successie- of schenkingsrechten te hoeven betalen- het doel van de vereniging van algemeen maatschappelijk belang zijn én als zodanig bij het Ministerie van Financiën zijn geregistreerd.

Advies Probus Nederland:
Volledige rechtspersoonlijkheid is niet nodig omdat
• De clubs in het algemeen geen onroerende zaken in bezit zullen hebben
• Evenmin schulden van enige omvang zullen hebben
• Aansprakelijkheid, bijv. bij excursies, vrijwel nooit bij het bestuur van de club ligt (tenzij er sprake is van schade door toedoen van één van de deelnemers; dan is de club en dus het bestuur wel aansprakelijk)
• Zo notariskosten en rompslomp voorkomen kunnen worden (bestuurswijzigingen moeten meteen doorgegeven worden aan de KvK).

Zakelijke of privérekening
Veel clubs werken met een privérekening. Een bezwaar is dat noch de club noch de gemachtigde (als die er is) bij plotseling wegvallen van de penningmeester bij de clubgelden kan zonder verklaring van erfrecht.
Een en/of privérekening is daarom aan te bevelen (toevoegen ‘inzake Probusclub…’).
Ook is het mogelijk een zakelijke rekening op naam van de club te openen met meerdere tekenbevoegd. Soms is hiervoor inschrijving bij de KvK vereist. Voordeel is dat het saldo bij overlijden niet aan de betreffende privépersoon wordt toegerekend (geen successierecht) en de tenaamstelling niet behoeft te worden gewijzigd. De tekenbevoegd wordt geschrapt na overlegging van een overlijdensakte.
Verzekeringen
1. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering biedt dekking voor materiële en/of letselschade, veroorzaakt door leden/bestuurders van een rechtspersoon (Probusclub met volledige rechtsbevoegdheid). Als leden in clubverband schade veroorzaken aan derden, of onderling aan elkaar, is de kans groot dat dit niet gedekt is door hun particuliere aansprakelijkheidsverzekering (W.A.)
2. Bestuursaansprakeliikheidsverzekering. Deze verzekering biedt dekking tegen vermogensschade en biedt bescherming van het privévermogen van de bestuurder tegen aanspraken. Men kan als bestuurder bijvoorbeeld aansprakelijk worden gesteld voor onbehoorlijke taakvervulling, wanbetalingen, onrechtmatige daad enz.
Advies Probus Nederland:
Een algemeen advies is moeilijk te geven omdat dit o.m. afhankelijk is van:
• of de club risicovolle activiteiten organiseert
• of er veel geld omgaat in de vereniging,
• of men verplichtingen aangaat die niet kunnen worden nagekomen enz.

In de meeste gevallen is het onnodig een speciale verzekering af te sluiten. Mocht een Probusclub toch tot de conclusie komen dat een verzekering noodzakelijk is, dan zullen verzekeringsmaatschappijen meestal inschrijving bij de KvK eisen.

16. De Probus Winkel
Probus Nederland heeft in voorraad:
• Probus insignes voor heren, 7 mm en 10 mm (diameter)
• Probus insignes voor dames, 7 mm en 10 mm
• Dasspelden voor heren met Probusembleem van 10 mm. De heren insignes zijn bestemd voor het revers en hebben een schroefsluiting. De damesinsignes zijn voorzien van een veiligheidsspeldje
Insignes zijn in principe te bestellen vanaf vijf stuks of een veelvoud daarvan.
Verder zijn verkrijgbaar een donkerblauwe Past President-stropdas en andere stropdassen in verschillende dessins en kleuren.
Daarnaast zijn er chokers en pochetten voor heren (in de kleur van das nummer 1) en een zijden shawl voor dames. Alles is voorzien van het Probuslogo.
De Probus Winkel beschikt over drie grote vlaggen met het logo. Deze kunnen, tegen portokosten, voor feestelijke gelegenheden worden geleend.
Het boekje Probus in een Notendop kunt u bestellen. Ook is het te downloaden via onze website.
Voor alle actuele prijzen (excl. portokosten) verwijzen we naar onze website

probus-nederland.nl
Bestellingen bij winkeltje@probus-nederland.nl